Een aanpasbare integratie kan worden gebruikt om alertberichten naar elke externe applicatie te sturen. Het uitgaande bericht kan volledig worden aangepast om verschillende datapunten op te nemen op basis van de controleregel en de fout die de alert veroorzaakte, door automatische variabelen te gebruiken (zoals een tijdstempel van een fout, een link naar de controleregel die een fout heeft, het IP-adres van het controlestation dat de check heeft uitgevoerd enzovoort).
De variabele @alert.description
bevat nu ook een verwijzing naar het stapnummer, wanneer de controleregel die de fout veroorzaakt een
transactie
- of
multi-step API
-controleregel is.